Tijdens Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet weer veelbelovende plannen gepresenteerd die de woningmarkt de komende jaren gaan beïnvloeden.
1. Plan voor 100.000 nieuwe woningen
Het kabinet heeft het 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen om het woningtekort aan te pakken. Hiervoor wordt ruim € 5 miljard uitgetrokken. Dit bedrag is bedoeld om meer betaalbare woningen beschikbaar te maken en de toegankelijkheid ervan te verbeteren. Er wordt ook een extra € 2,5 miljard beschikbaar gesteld voor de aanleg en verbetering van wegen en openbaar vervoersverbindingen, zodat de nieuwe woningen goed bereikbaar zullen zijn.
2. Overdrachtsbelasting tweede woning daalt
Wanneer je een woning koopt, betaal je 2% overdrachtsbelasting (behalve als je onder de 40 bent en vrijstelling hebt) wanneer je er zelf gaat wonen. Koop je een tweede woning, bijvoorbeeld als recreatiewoning of om te verhuren, betaal je meer overdrachtsbelasting. In 2024 was dit ruim 10,4%. Vanaf 2026 wil het kabinet dit verlagen naar 8%. Hiermee wil het kabinet het voor beleggers weer interessant maken om woningen te verhuren, wat de krapte op de woningmarkt ten goede komt. Wel nog een jaartje wachten dus.
3. Nationale Hypotheek Garantie (NHG) grens omhoog
De grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) wordt ieder jaar verhoogd. Het bedrag wordt elk jaar bijgesteld om zo overeen te komen met de huizenprijzen. Wat het bedrag gaat worden voor 2025, is nog niet bekend. Voor 2024 was het € 435.000, dus de verwachting is dat het nieuwe bedrag rond de € 460.000 uit gaat vallen.
4. De energiebelasting op aardgas gaat omlaag
De energiebelasting op aardgas gaat vanaf 2025 omlaag. Hiermee wil het kabinet energie betaalbaar houden. De belasting komt € 0,028 per m³ lager te liggen dan in 2024. Voor een gemiddeld huishouden zou dit zo’n 25 - 30 euro moeten schelen!
5. Beëindiging salderingsregeling vanaf 2027
Het kabinet is van plan om de salderingsregeling stop te zetten. Dat plan zou in 2027 in moeten gaan. Dankzij de salderingsregeling kunnen huishoudens met zonnepanelen voor stroom die ze zelf niet gebruiken, een bedrag ontvangen. Het verbruikte stroom werd dan verrekend met de teruggeleverde stroom. Dit zou dus komen te vervallen, wat de terugverdientijd van zonnepanelen langer maakt. In plaats van de salderingsregeling zou er een vergoeding moeten komen vanuit de energieleverancier.
